De Nieuwe Amerikaanse Eeuw: Een Gevaarlijk Project voor de Wereld en voor Europa

Gepubliceerd op 2 februari 2024 om 12:16

De Nieuwe Amerikaanse Eeuw: Een Gevaarlijk Project voor de Wereld en voor Europa

De Nieuwe Amerikaanse Eeuw was een politiek project van een groep neoconservatieven die in 1997 de Project for the New American Century (PNAC) oprichtten. Zij streefden naar een assertieve en dominante rol van de Verenigde Staten in de wereld, waarbij zij gebruik maakten van hun militaire en economische macht om hun belangen en waarden te verspreiden. Zij zagen de Verenigde Staten als de enige overgebleven supermacht na het einde van de Koude Oorlog en wilden die positie behouden en versterken. Zij pleitten voor een verhoging van de defensie-uitgaven een preventieve oorlog tegen schrukenstaten die massavernietigingwapens bezaten of ontwikkelden, een steun aan democratische bewegingen en bondgenoten, en een leiderschap in de strijd tegen het terrorisme en de verspreiding van massavernietigingwapens.

De PNAC had een grote invloed op het buitenlandse beleid van de regering van George W. Bush, die veel PNAC-leden en sympathisanten in zijn kabinet en administratie had, zoals Dick Cheney, Donald Rumsfeld, Paul Wolfowitz en John Bolton. De aanslagen van 11 september 2001 gaven de PNAC de kans om hun plannen te versnellen en te verwezenlijken. Zij steunden de invasie van Afghanistan in 2001 en de invasie van Irak in 2003, die beide werden gerechtvaardigd als onderdeel van de oorlog tegen het terrorisme en de as van het kwaad.Zij zagen deze oorlogen als een manier om de Amerikaanse invloed en veiligheid in het Midden-Oosten te vergroten en een democratische transformatie in de regio te bevorderen. Echter, de oorlogen in Afghanistan en Irak werden al snel moerassen, waar de Amerikaanse troepen te maken kregen met een sterke weerstand, een opstand, een sektarisch geweld, een corruptie en een instabiliteit. De kosten van deze oorlogen, zowel in mensenlevens als in financiële middelen, waren enorm en overschreden de verwachtingen en de baten. De Amerikaanse publieke opinie keerde zich tegen deze oorlogen en de legitimiteit en het leiderschap van de Verenigde Staten werden ondermijnd door de schendingen van de mensenrechten, de folteringen, de geheime gevangenissen, de valse inlichtingen en de unilaterale acties. De PNAC verloor zijn glans en zijn invloed en hield op te bestaan in 2006.

In de jaren daarna veranderde het internationale landschap aanzienlijk. De Verenigde Staten werden geconfronteerd met nieuwe uitdagingen en concurrenten, zoals China, Rusland, Iran, Noord-Korea, en niet-statelijke actoren, zoals Al-Qaeda, ISIS, en andere terroristische groeperingen. De Verenigde Staten moesten ook rekening houden met de opkomst van andere machten en actoren, zoals de Europese Unie, India, Brazilië, Turkije, en de Verenigde Naties. De Verenigde Staten moesten ook omgaan met de gevolgen van de financiële crisis van 2008, de klimaatverandering, de pandemie van COVID-19, de sociale onrust, de politieke polarisatie, en de opkomst van het populisme en het isolationisme. Al deze factoren hebben de Amerikaanse macht en invloed in de wereld verminderd en hebben de vraag doen rijzen of de Verenigde Staten nog steeds de rol van de wereldleider kunnen of willen spelen.

Hoe ging Europa om met dit project?

Europa heeft op verschillende manieren gereageerd op het project van de Nieuwe Amerikaanse Eeuw. Sommige Europese landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Polen en Italië, steunden de Amerikaanse interventies in Afghanistan en Irak, en namen deel aan de militaire coalities. Zij deelden de visie van de Verenigde Staten over de dreiging van het terrorisme en de noodzaak om de democratie te verspreiden. Andere Europese landen, zoals Frankrijk, Duitsland, België en Griekenland, waren tegen de Amerikaanse oorlogen, en bekritiseerden de unilaterale en illegale acties van de Verenigde Staten. Zij pleitten voor een multilaterale en diplomatieke aanpak, en voor een grotere rol van de Europese Unie en de Verenigde Naties in de wereldpolitiek. De verdeeldheid tussen de Europese landen over de Amerikaanse politiek leidde tot spanningen en conflicten binnen de Europese Unie en de NAVO. De trans-Atlantische relatie werd ernstig beschadigd door de meningsverschillen over de oorlog in Irak, de behandeling van de gevangenen in Guantanamo en Abu Ghraib, de spionage-activiteiten van de NSA, en de handels- en klimaatgeschillen. Sommige Europese leiders, zoals de Franse president Jacques Chirac en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder, probeerden een tegenwicht te bieden aan de Amerikaanse hegemonie, en een onafhankelijke en sterke Europese identiteit te bevorderen. Anderen, zoals de Britse premier Tony Blair en de Spaanse premier José María Aznar, probeerden de banden met de Verenigde Staten te versterken, en een brug te slaan tussen de 2 continenten.

De Europese reactie op het project van de Nieuwe Amerikaanse Eeuw was dus niet eenduidig of samenhangend. Het weerspiegelde de diversiteit en de complexiteit van de Europese belangen, waarden en perspectieven. Het toonde ook de moeilijkheid en de noozaak om een gemeenschappelijke Europese stem te vinden in de internationale arena, en om de constructieve en kritische dialoog te voeren met de Verenigde Staten over de uitdagingen en de kansen van de 21e eeuw.

De doelstellingen van de PNAC

Het doel van de PNAC was om het Amerikaanse globale leiderschap te bevorderen en te verdedigen, door gebruik te maken van de militaire en economische macht van de Verenigde Staten. De PNAC pleitte voor een verhoging van de defensie-uitgaven, een preventieve oorlog tegen schrukenstaten die massavernietigingwapens bezwten of ontwikkelden, een steun aan democratische bewegingen en bondgenoten, en een leiderschap in de strijd tegen het terrorisme en de verspreiding van massavernietigingwapens.

De PNAC en de neoconservatieven hadden de volgende doelstellingen:

  • Het behouden en versterken van de Amerikaanse hegemonie in de wereld, als de enige overgebleven supermacht na het einde van de Koude Oorlog. Zij geloofden dat de Verenigde Staten een unieke en uitzonderlijke natie waren, die een morele plicht hadden om de wereld te leiden en te beschermen. Zij vreesden dat de Verenigde Staten hun macht en invloed zouden verliezen als zij zich terugtrokken of compromissen sloten met andere landen. Zij wilden dat de Verenigde Staten hun militaire en economische superioriteit zouden handhaven en uitbreiden, en dat zij geen rivalen of uitdagers zouden toestaan om hun positie te bedreigen.
  • Het verspreiden van de Amerikaanse waarden, zoals de democratie, de vrijheid, de mensenrechten, en de markteconomie, over de hele wereld. Zij geloofden dat de Amerikaanse waarden universeel en superieur waren, en dat zij de beste garantie waren voor de vrede, de veiligheid, en de welvaart in de wereld. Zij wilden dat de Verenigde Staten hun bondgenoten en vrienden zouden steunen, en dat zij hun vijanden en tegenstanders zouden confronteren en veranderen. Zij wilden dat de Verenigde Staten een democratische transformatie zouden bevorderen in de regio’s die zij als strategisch belangrijk beschouwden, zoals het Midden-Oosten, Azië, en Latijns-Amerika.
  • Het bestrijden van de bedreigingen en de gevaren die de Amerikaanse belangen en veiligheid in gevaar brachten, zoals het terrorisme, de massavernietigingswapens, de schurkenstaten, en de instabiliteit. Zij geloofden dat de Verenigde Staten in een gevaarlijke en vijandige wereld leefden, waar zij voortdurend werden aangevallen en uitgedaagd door kwaadaardige krachten. Zij wilden dat de Verenigde Staten een proactieve en preventieve houding zouden aannemen, en dat zij hun vijanden zouden afschrikken, ontwapenen, of uitschakelen, voordat zij de kans kregen om de Verenigde Staten te schaden. Zij wilden dat de Verenigde Staten hun militaire macht zouden gebruiken als een instrument van hun buitenlandse beleid, en dat zij niet zouden aarzelen om unilateraal te handelen, zonder de toestemming of de steun van de internationale gemeenschap.

De PNAC en de neoconservatieven gebruikten de volgende argumenten om hun doelstellingen te rechtvaardigen:

  • Zij baseerden zich op een historisch en filosofisch argument, dat stelde dat de Verenigde Staten een speciale missie en een speciale bestemming hadden in de wereldgeschiedenis. Zij verwezen naar de idee van de Manifest Destiny, die in de 19e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse expansie naar het westen te legitimeren. Zij verwezen ook naar de idee van de City upon a Hill, die in de 17e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse kolonisten te inspireren om een voorbeeldige samenleving te bouwen. Zij verwezen ook naar de idee van de Leader of the Free World, die in de 20e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse rol in de Koude Oorlog te verklaren. Zij beweerden dat de Verenigde Staten een uitzonderlijke en onvervangbare natie waren, die door God waren uitverkoren om de wereld te leiden en te verlichten.
  • Zij baseerden zich op een moreel en ideologisch argument, dat stelde dat de Verenigde Staten een morele plicht en een moreel recht hadden om de wereld te vormen naar hun beeld en gelijkenis. Zij verwezen naar de idee van de American Dream, die in de 18e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse onafhankelijkheid en de Amerikaanse grondwet te motiveren. Zij verwezen ook naar de idee van de American Creed, die in de 20e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse waarden en de Amerikaanse identiteit te definiëren. Zij beweerden dat de Verenigde Staten een morele superioriteit en een morele autoriteit hadden, die hen in staat stelden om de wereld te beoordelen en te verbeteren.
  • Zij baseerden zich op een pragmatisch en realistisch argument, dat stelde dat de Verenigde Staten een pragmatische noodzaak en een pragmatisch voordeel hadden om de wereld te domineren en te controleren. Zij verwezen naar de idee van de National Interest, die in de 19e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse interventies in Latijns-Amerika en de Caraïben te rechtvaardigen. Zij verwezen ook naar de idee van de National Security, die in de 20e eeuw werd gebruikt om de Amerikaanse betrokkenheid in de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog te rechtvaardigen. Zij beweerden dat de Verenigde Staten een pragmatische verantwoordelijkheid en een pragmatische opportuniteit hadden, die hen in staat stelden om de wereld te beschermen en te profiteren.

De PNAC en de neoconservatieven volgden de volgende strategieën om hun doelstellingen te bereiken:

  • Zij maakten gebruik van hun netwerken en hun invloed om hun ideeën en hun agenda te verspreiden en te promoten. Zij publiceerden rapporten, artikelen, boeken, en brieven, waarin zij hun visie en hun plannen uiteenzetten. Zij richtten denktanks, organisaties, en bewegingen op, waarin zij hun aanhangers en hun bondgenoten verzamelden. Zij lobbyden bij de regering, het Congres, de media, en de publieke opinie, om hun standpunten en hun voorstellen te ondersteunen. Zij maakten deel uit van de regering, het kabinet, en de administratie, waarin zij hun beleid en hun acties implementeerden.
  • Zij maakten gebruik van de gebeurtenissen en de omstandigheden om hun kansen en hun mogelijkheden te vergroten. Zij profiteerden van de verkiezing van George W. Bush in 2000, die hen een gunstig politiek klimaat bood. Zij profiteerden van de aanslagen van 11 september 2001, die hen een gunstig publiek klimaat bood. Zij profiteerden van de zwakte en de verdeeldheid van de internationale gemeenschap, die hen een gunstig diplomatiek klimaat bood. Zij profiteerden van de militaire en economische macht van de Verenigde Staten, die hen een gunstig operationeel klimaat bood.

De PNAC en de neoconservatieven waren een groep van intellectuelen, politici, journalisten en activisten die een gemeenschappelijke visie hadden over de rol van de Verenigde Staten in de wereld. Zij waren voornamelijk afkomstig uit de Republikeinse Partij, maar sommigen waren ook voormalige Democraten die teleurgesteld waren in de progressieve en pacifistische koers van hun partij. Zij waren beïnvloed door de ideeën van Leo Strauss, een Duitse filosoof die naar de Verenigde Staten was gevlucht voor het nazisme, en die een conservatieve en elitaire interpretatie van de klassieke filosofie voorstond. Zij waren ook geïnspireerd door de ervaringen van de Koude Oorlog, de Vietnamoorlog, de Iraanse revolutie, de Golfoorlog, en de val van de Sovjet-Unie.

Conclusie

Het project voor de nieuwe Amerikaanse eeuw was een ambitieus en controversieel project dat de Amerikaanse buitenlandse politiek in de 21e eeuw heeft vormgegeven. Het project streefde naar een assertieve en dominante rol van de Verenigde Staten in de wereld, waarbij zij gebruik maakten van hun militaire en economische macht om hun belangen en waarden te verspreiden. Het project steunde de invasie van Afghanistan en Irak, die beide werden gerechtvaardigd als onderdeel van de oorlog tegen het terrorisme en de as van het kwaad. Het project wilde een democratische transformatie bevorderen in de regio’s die zij als strategisch belangrijk beschouwden, zoals het Midden-Oosten, Azië, en Latijns-Amerika. 

Echter, het project voor de nieuwe Amerikaanse eeuw was niet goed voor de stabiliteit van de wereld en heeft zijn vruchten laten zien in anno 2024. Het project was gebaseerd op een misplaatst geloof in de Amerikaanse exceptionalisme, een overschatting van de Amerikaanse capaciteiten, een onderschatting van de complexiteit en de diversiteit van de wereld, en een veronachtzaming van de internationale wetten en normen. Het project heeft geleid tot meer chaos, conflicten, ongelijkheid, onrechtvaardigheid, en onveiligheid in de wereld, en heeft de mondiale uitdagingen, zoals de armoede, de honger, de ziektes, de mensenrechtenschendingen, en de milieucrisis, verergerd. Het project heeft ook negatieve gevolgen gehad voor Europa, dat zowel een bondgenoot als een rivaal was van de Verenigde Staten. Europa was betrokken bij het project voor de nieuwe Amerikaanse eeuw, maar dat kan voor Europa zijn ondergang gaan kosten.

Het project voor de nieuwe Amerikaanse eeuw is nog steeds van toepassing in 2024, omdat het de erfenis en de uitdagingen van de Amerikaanse buitenlandse politiek heeft bepaald. Het project heeft een diepe indruk achtergelaten op de perceptie en de houding van de Amerikaanse en de internationale publieke opinie, de media, de academische wereld, en de politieke elites. Het project heeft ook een blijvende invloed gehad op de instellingen en de structuren van de Amerikaanse en de internationale veiligheid, de economie, de diplomatie, en de samenwerking. Het project heeft ook een blijvende impact gehad op de levens en de lotgevallen van de miljoenen mensen die direct of indirect zijn getroffen door de oorlogen en de interventies die het project heeft ontketend.

Het project voor de nieuwe Amerikaanse eeuw is dus een belangrijk en relevant onderwerp om te bestuderen en te begrijpen, omdat het ons kan helpen om de geschiedenis, de actualiteit, en de toekomst van de Amerikaanse en de Europese buitenlandse politiek en de wereldpolitiek te analyseren. Het project kan ons ook leren welke lessen we kunnen trekken uit de ervaring van de nieuwe Amerikaanse eeuw, en welke vooruitzichten we kunnen hebben voor de nieuwe wereldorde. Het project kan ons ook inspireren om een alternatief pad te kiezen, dat gebaseerd is op de waarden, de principes, en de doelen die we willen nastreven voor onszelf en voor de wereld.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.