De verkiezingen van 2025 als spiegel van geopolitieke onzekerheid en Europese richtingloosheid
Een nek-aan-nek race zonder richting
De Tweede Kamerverkiezingen van oktober 2025 hebben Nederland in een nieuwe politieke realiteit geplaatst. Democraten 66 (D66) en de Partij voor de Vrijheid (PVV) staan volgens de voorlopige uitslagen schouder aan schouder met elk ongeveer 26 à 27 zetels. Wat op het eerste gezicht een competitieve democratische uitslag lijkt, weerspiegelt in werkelijkheid een dieper probleem: een land dat zoekt naar richting in een tijd waarin de wereldorde zelf aan het kantelen is.
Waar de verkiezingscampagnes vooral draaiden om koopkracht, woningnood, zorg en migratie, is er nauwelijks gesproken over de structurele kwesties die de toekomst van Nederland werkelijk zullen bepalen: de veranderende geopolitiek, de interne druk binnen de Europese Unie, en de vraag welke rol Nederland wil spelen in een wereld waarin macht, technologie en veiligheid opnieuw worden gedefinieerd.
Europa in de schaduw van machtspolitiek
De Europese Unie staat onder zware interne én externe druk. In Frankrijk wankelt het politieke midden, terwijl de economische schuldenberg van Parijs de eurozone kwetsbaar maakt. Italië blijft fragiel, Duitsland kampt met een economische vertraging, en in Oost-Europa winnen nationalistische krachten terrein.
Tegelijkertijd groeit de externe druk. De Verenigde Staten verwachten dat Europa meer eigen verantwoordelijkheid neemt voor defensie, maar blijven economisch concurreren via protectionistische maatregelen. China vergroot zijn invloed via technologie, handel en strategische investeringen — ook in Europa zelf. Rusland, verzwakt maar niet verslagen, blijft via energie en informatie oorlogvoeren aan de randen van het continent.
In dat krachtenveld is Nederland een kleine, maar cruciale speler. De exportgerichte economie, de Rotterdamse haven, en bedrijven als ASML en Nexperia plaatsen het land in het hart van mondiale waardeketens. Maar die positie brengt ook afhankelijkheid: Nederland balanceert tussen Amerikaanse veiligheid, Europese regelgeving en Chinese economische macht.
Het recente conflict rond Nexperia — een chipbedrijf onder Chinese controle dat in Den Haag als risico werd gezien voor nationale veiligheid — liet zien hoe kwetsbaar dat evenwicht is. Economische openheid en geopolitieke realiteit botsen frontaal.
Het stille failliet van de visie
Toch lijken deze onderwerpen in de Nederlandse politiek amper doordrongen. De campagne van 2025 werd gedomineerd door korte-termijnvragen, terwijl structurele strategische thema’s nauwelijks aan bod kwamen. Geen enkel partijprogramma bood een coherent antwoord op de vraag:
Wat is de geopolitieke koers van Nederland in een wereld na de Amerikaanse hegemonie?
Het is een symptoom van een dieper democratisch probleem: de technocratisering van de politiek. Regeren is in Nederland steeds meer “beleid beheren” geworden — begrotingen sluiten, procedures volgen, crisis na crisis dempen. Wat ontbreekt, is richting: een langetermijnvisie over macht, veiligheid, technologie en Europese identiteit.
De roep om stabiliteit heeft plaatsgemaakt voor stilstand. En wie niet beweegt, wordt bewogen — door anderen.
De strijd tussen twee wereldbeelden
Onder de oppervlakte van deze verkiezingen schuilt een fundamentele ideologische strijd:
- Aan de ene kant het pro-Europese, globalistische kamp — dat vasthoudt aan internationale samenwerking, de “rule-based order” en economische openheid.
- Aan de andere kant een multipolaire, meer patriottische visie — die pleit voor herwonnen nationale zeggenschap, bescherming van strategische sectoren en een assertievere Europese autonomie.
Deze tegenstelling is geen simpele links-rechts scheidslijn. Ze weerspiegelt een botsing tussen twee manieren van kijken naar de 21e eeuw.
Het globalistische kamp gelooft dat internationale regels en instituties de wereld ordelijk kunnen houden. Het multipolaire kamp ziet dat macht, niet regels, de nieuwe realiteit bepaalt — en dat landen zich moeten aanpassen of verdwijnen in de periferie van invloedssferen.
Nederland zit precies tussen deze twee stromingen in. D66 belichaamt de eerste, PVV (en in mindere mate BBB en Ja21) de tweede. De verkiezingsuitslag laat zien dat de samenleving hierover diep verdeeld is — maar ook dat beide visies nog geen overtuigende strategische vertaling kennen.
De komende kabinetsformatie zal dus niet alleen over binnenlands beleid gaan, maar over een existentiële vraag: blijft Nederland trouw aan een orde die wankelt, of zoekt het naar een nieuwe koers in een wereld die steeds minder op regels, en steeds meer op macht draait?
Europa’s toekomst hangt ook in Den Haag
Wat in Nederland gebeurt, blijft niet zonder gevolgen voor Europa.
Een land dat decennialang symbool stond voor pragmatisme, handel en diplomatie, wordt nu gedwongen om positie te kiezen.
Als Den Haag er niet in slaagt een kabinet te vormen dat strategisch nadenkt over energie-autonomie, defensie, technologische veiligheid en Europese hervorming, dan verzwakt dat niet alleen de Nederlandse slagkracht — maar ook die van de hele EU.
De Europese Unie heeft behoefte aan landen die richting durven geven, niet slechts volgen. Maar zolang Den Haag verstrikt blijft in binnenlandse compromissen, dreigt Nederland een reactieve natie te worden in plaats van een strategische speler.
De kernvraag
De verkiezingen van 2025 lijken daarmee minder een keuze voor een nieuwe koers, dan een spiegel van stagnatie.
De vraag is niet langer wie de grootste partij is, maar wie het lef heeft te denken voorbij de polder — naar een wereld waarin macht, economie en identiteit opnieuw worden gedefinieerd.
Nederland staat op de breuklijn tussen globalisme en multipolariteit, tussen regel en realiteit.
Of de politieke leiders dat beseffen, zal bepalen of deze verkiezingen de aanzet vormen tot fundamentele vernieuwing —
of slechts een voetnoot blijven in het langzaam afbrokkelende vertrouwen in de Westerse orde.
Slot
Wat op het spel staat, is niet alleen de vorming van een kabinet, maar het vermogen van Nederland om zichzelf opnieuw te definiëren in een wereld die geen genoegen meer neemt met vanzelfsprekendheden.
Wie in Den Haag vandaag zwijgt over macht, zal morgen niets meer te zeggen hebben.
Reactie plaatsen
Reacties